Is het reist of reisd?

Is het reist of reisd?

Het verschil tussen 'reist' en 'reisd'

Als het gaat om Nederlandse werkwoorden, kan het soms lastig zijn om te bepalen hoe je ze correct vervoegt. In dit artikel bespreken we het verschil tussen 'reist' en 'reisd', een vaak voorkomende twijfel bij mensen die over reizen schrijven of praten. Aan het einde van dit artikel weet je precies welk woord juist is en waarom.

De basisregels van werkwoordspelling

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Om te begrijpen of het 'reist' of 'reisd' is, moeten we kijken naar de regel in de Nederlandse grammatica die stelt dat een werkwoord in de tegenwoordige tijd altijd wordt vervoegd op basis van het onderwerp. Het werkwoord 'reizen' is een zwak werkwoord. Bij de tegenwoordige tijd neem je de stam van het werkwoord, oftewel 'reis', en voeg je daar een uitgang aan toe afhankelijk van het onderwerp:

- Ik reis
- Jij reist
- Hij/zij reist
- Wij reizen
- Jullie reizen
- Zij reizen

Hieruit blijkt direct dat de enige correcte vorm 'reist' is. De vorm 'reisd' komt niet voor in goed Nederlands.

Waarom 'reisd' niet klopt

De verwarring ontstaat mogelijk doordat sommige werkwoorden in het Nederlands eindigen op een ‘-d’, maar dit is niet het geval bij 'reist'. Bij 'reizen' eindigt de stam op de medeklinker 's'. De regel is dat je de stam overneemt en de juiste uitgang toevoegt, zoals hierboven uitgelegd. Daardoor komt een vorm zoals 'reisd' simpelweg niet voor.

Hoe onthoud je de juiste vorm?

De stam controleren

Een handige truc om dit soort fouten te voorkomen, is door eerst de stam van het werkwoord te controleren. Bij 'reizen' is de stam 'reis'. Daarna kijk je naar het onderwerp en vervoeg je het werkwoord volgens de regels. Dit is hoe je altijd kunt controleren of je juist schrijft.

Vergelijken met andere werkwoorden

Je kunt de regel ook toepassen op vergelijkbare werkwoorden. Neem bijvoorbeeld het werkwoord 'lezen'. De stam is 'lees'. Jij leest, hij leest – hier zie je dat de werkwoorduitgangen hetzelfde patroon volgen. Dit helpt je om te begrijpen dat 'reist' de juiste keuze is, net zoals 'leest'.

Conclusie

Het antwoord op de vraag is simpel: het is 'reist', niet 'reisd'. Door de basisregels van werkwoordvervoeging toe te passen en goed te kijken naar de stam van het werkwoord, kun je deze fout eenvoudig vermijden. Nu je weet hoe het zit, kun je er zeker van zijn dat je grammatica klopt, of je nu een artikel schrijft over reizen of een gesprek voert over je nieuwste avonturen.